
De naam AdmiraalVerklaring: Het woord admiraal/ammerael is via het Latijn en het Frans aan het Arabisch ontleend: In eerste instantie verwijst de familienaam Admiraal naar de functie van admiraal, vlootvoogd, bevelhebber. Pieter Claesz Duijts alias Admirael was in 1638 veerman te Monnickendam. Hij was gehuwd geweest met Geertruijd Admirael. "Men was er erg trots op als iemand uit 't geslacht van Cornelis Dircksz Admirael stamde, de aanvoerder van de watergeuzen in de slag op de Zuiderzee in 1573" [L. Appel, 'De geschiedenis van de aanleg van wagenwegen en trekvaarten in Waterland', in: Jaarverslag Vereniging Oud Monnickendam (1997), p. 60]. De relatie met een admiraal kan indirect zijn geweest. Zo zou de achternaam Admiraal in Amsterdam aan een vondeling gegeven zijn die op de stoep voor het huis van een admiraal was achtergelaten. Of de naam werd ontleend aan een huis- of scheepsnaam, zoals bij Cornelis Admiraal die op het schip de Admiraal Tromp voer (Durgerdam ca. 1700) [Royen van-1987, p 242]. Naamvormen die in de middeleeuwen zijn ontstaan, kunnen nog betrekking hebben op de betekenis 'emir, (Arabische) bevelhebber'. Wellicht via een huisnaam in familienamen als Ammeraal, Amoraal, Ammerant, Den Admirant en Lamoraal (met het Franse lidwoord 'le') We zien in ieder geval dat in de 17de eeuw in Aartselaar (B.) dezelfde persoon met verschillende naamsvormen werd vermeld, waaruit blijkt dat Lamoraal als L'Admiral geïnterpreteerd kon worden: Lammorael van den Berge, 1611 = joncker Lammerael vanden Berge, 1615 = heer Admirael vanden Berge, 1617 = Amorul van(den) Berge, 1618 [WFB; Roelandts-1951, p 14]. |
